Het dagboek van Slimy – deel 1


Auteur: Lieve Willaert

Opgelet: Dit is een verhaal voor kinderen, voor volwassenen met voldoende fantasie en voor iedereen die op een eenvoudige manier iets wil bijleren over het leven van de Europese paling.

Klein Brabant is heel gekend voor zijn palingrestaurants. Nergens wordt die beter klaargemaakt als in onze streek. Vroeger werd de paling hier ter plaatse gevangen want de paling gedijde hier goed. Maar dat is al lang verleden tijd. De paling die hier voorkomt is de Europese paling of aal (Anguilla Anguilla). De paling heeft een heel speciaal levensverhaal.

Wil je dit verhaal leren kennen, lees dan mee in het dagboek van Slimy. Vandaag en de volgende 4 maandagen wordt telkens een deel van het vijfdelige verhaal gepubliceerd.

April 2000

Dag iedereen. Ik ben Slimy. Ik ben pas uit het ei. Een viertal dagen geleden ben ik ontstaan in de diepte van de Sargassozee. Daar werd het eitje van mijn mama bevrucht. Weten jullie waar de Sargassozee ligt? Wel, ik zal het even tonen op de kaart!

Goed gezien. Ik zit in het noordwesten van de Atlantische oceaan vlak bij Bermuda.

De Sargassozee wordt niet omgeven door land maar door zeestromingen: de Noord-Atlantische stroom in het noorden, de Golfstroom in het westen, de Canarische stroom in het oosten en in het zuiden de Noord- Equatoriale stroom. Die zeestromingen gaan nog goed van pas komen. Alleen weet ik dat nog niet.

Nu drijf ik in de bovenste waterlagen, maar niemand kan mij zien.

Ik ben maar 6 mm groot en eten krijg ik nog uit mijn dooierzakje. Mijn lichaampje is nog heel plat en mijn tandjes zijn al flink aan het groeien. Ik kan spijtig genoeg nog niets zien. Maar de Sargassozee is erg zout en het water is lekker warm. Aan het wateroppervlakte drijven veel bruinwieren van het geslacht Sargassum. Ik heb het hier best naar mijn zin.

Augustus 2001

Hoi, hier ben ik weer, Slimy. Ik ben al een jaartje oud. En als je heel goed kijkt dan kan je me zien.

Ik weet het, ik zie er nog niet echt uit als een paling. Ik ben dan ook nog maar een larve. Ze noemen me een wilgenbladlarve of Leptocephalus. Ik trek ook wel een beetje op een wilgenblad, vind je niet? Mijn vorm is nogal afgeplat, ik ben al 3 cm groot mijn ogen zijn al goed ontwikkeld en ik ben doorzichtig. Dat laatste is wel handig, weet je. In de bovenste lagen van de oceaan is er veel licht en kan ik nergens schuilen. Het is dus beter dat ik niet opval in het water of ik word nog opgegeten.

Ikzelf eet allerlei fijn organisch materiaal maar nog geen plankton.

Op dit ogenblik ben ik …euh, eigenlijk weet ik niet goed waar ik ben.

Ik drijf ergens in de Atlantische oceaan. Maar ik ken de weg nog niet zo goed en ik kan ook nog niet zo goed zwemmen. Gelukkig ben ik terechtgekomen in de Golfstroom. En die neemt me mee. Naar waar? Probeer mij maar eens te volgen.

Wist je dat…

  • Dat de Deense onderzoeker Johannes Schmidt pas in 1923 ontdekt heeft dat de palingen in de Sargassozee paaien omdat daar de kleinste palinglarven voorkomen.
  • Dat nog geen enkele mens ooit een Europese paling heeft zien paaien.
  • Dat de lange trekroute van de palingen te verklaren is door de continentendrift, omdat de Atlantische oceaan steeds breder werd.

Bronnen