De Schelde, belangrijker dan ooit en een vat vol leven


Auteur: Rudi Van Duyse

Nooit was de Schelde, die vlakbij bij ons stroomt en iedereen kent, zo belangrijk.

Het is héél lang geleden dat er nog zoveel leven in de Schelde aanwezig was. Vroeger een vervuilde rivier die stonk door de verontreiniging, de riool van steden en gemeenten, is nu een watergebied vol met leven.

Het gaat goed met de belangrijkste waterloop van Vlaanderen. Een reden te meer om de kwaliteit van het water te behouden, verder te verbeteren en vooral te controleren.

Maar er dreigt gevaar door de toenemende agressie van de klimaatsverandering, en daarom willen we observeren hoe de rivier hierop gaat reageren.

Er is dus een nieuw project opgestart om na te gaan hoe de rivier omgaat met de steeds meer ingrijpende verandering van het klimaat.

Daarom werden er op 9 verschillende plaatsen, van Prosperpolder in het hoge noorden van Antwerpen tot Melle bij Gent, stations geplaatst met sensoren om continu de waterkwaliteit te controleren. Elke 2 uur wordt er een nieuwe meting uitgevoerd en hierdoor krijgen de wetenschappers een goed beeld hoe de kwaliteit van het Scheldewater evolueert.

Er zijn 3 parameters die belangrijk zijn, de temperatuur, het zuurstofgehalte en het zoutgehalte. Deze parameters zijn uitermate van belang want voldoende zuurstof is nodig om een gezond ecosysteem in stand te houden, bij een bepaalde temperatuur krijgen de vissen het lastig en het zoutgehalte is belangrijk voor het leven van verschillende diersoorten in onze rivier.

Dankzij deze metingen die worden opgeslagen in zogenaamde monitoringsprogramma’s kunnen we de evolutie van de Schelde en haar omgeving in kaart brengen en opvolgen.

1.Temperatuur

De gevolgen van de klimaatverandering worden steeds duidelijker. Wereldwijd stijgt de temperatuur, ook in onze rivieren. De temperatuur van het water beïnvloed sterk de kwaliteit ervan en het leven erin en errond.

Elk seizoen heeft een maximale watertemperatuur die best niet overschreden wordt om het ecosysteem in de rivier gezond te houden. In de winter max.8°C, de lente max.15°C, de zomer max.21,5°C en de herfst max.17°C.

Als temperaturen boven de 28°C gedurende een lange tijd aanhouden kan er grote sterfte optreden en veranderingen in het gedrag van planten en dieren. Sommige dieren gaan dan koelere oorden opzoeken en dat brengt het evenwicht in de voedselketen uit balans.

Zo kan plankton, waar heel wat visjes en andere waterdieren van eten, niet goed tegen warm water. Hierbij is 20°C ideaal, verdraagt temperaturen tot 30°C maar vanaf 40°C sterft de helft van het plankton.

De volgende stap in de voedselketen zijn week-, schaal-, schelpdieren en kreeftachtigen die wel hogere temperaturen tot 28°C lijken te verdragen. Voor hen dus voorlopig geen probleem.

Voor vissen ligt het anders. Zo zal bv. de kwabaal, een inheemse kabeljauwachtige, die het minst tegen warmte kan het bij 21°C moeilijk krijgt om te overleven. Nog een graadje erbij en dat kan fataal zijn voor de haringachtigen en als men de 30°C bereikt overleven de meeste zoetwatervissen niet meer. De sterksten zijn snoekbaars en brasem die tot 36°C kunnen overleven. Voor de meeste vissoorten geldt dat ze niet sterven onder de 28°C.

Verder bepaald de temperatuur ook een start voor migratie. Vissen gaan op zoek naar een geschikte plek om te paaien, hun kroost groot te brengen, te overwinteren of te schuilen. Ook de hoeveelheid aanwezig voedsel is van belang. Als het water te warm wordt willen ze vanuit de zee de rivier niet meer opzwemmen om hun eieren af te zetten. Om te paaien verkiezen bv. kwabaal en beekforel 6 à 8°C, snoek en baars 14 à 16°C en karpers vanaf april boven 20°C.

2.Zuurstof

Zonder zuurstof, ook in het water, is er geen leven mogelijk. Zo blijven de zuurstofwaarden best minimaal boven de 5 mg/l.

In de jaren zestig tot negentig van vorige eeuw was er in de sterk vervuilde Schelde en haar bijrivieren maar weinig zuurstof, en hierdoor ook, weinig leven te bespeuren. Er kwamen ook veel schadelijke stoffen, zoals ammonium, zware metalen en giftige sulfiden vrij.

Gelukkig is het nu anders en door de waterzuiveringsstations wordt ons afvalwater gefilterd alvorens in de rivieren terecht te komen.

Daarenboven loont nu de lange investering in getijden natuur. De slikken en schorren zijn de longen en nieren van de rivier. Ze filteren het teveel aan stikstof en fosfor uit het water en verrijken het met zuurstof.

Resultaat, steeds maar planten, vissen en waterdieren vinden opnieuw de weg naar de Schelde en haar bijrivieren.

Hoe komt nu het zuurstof in het water ?

Enerzijds door een aantal biologische processen in het water en in de bodem. Zo maken waterplanten zuurstof aan door een proces dat fotosynthese noemt, hierbij worden schadelijke stoffen door de bladgroenkorrels, die zich in de bladeren van de planten bevinden, gefilterd en omgezet in zuurstof. Zonlicht is hierbij noodzakelijk om het proces in gang te zetten.

Anderzijds wordt er zuurstof uit de lucht opgenomen.

Hoe warmer het is, hoe minder zuurstof kan aangemaakt worden. Dus je ziet al meteen het probleem van de steeds stijgende opwarming van de aarde.

Een gevolg bij steeds warmere temperaturen is dat er in traag stromend water blauwalgen explosief gaan groeien, ze houden het licht tegen waardoor er minder fotosynthese kan plaatvinden en bovendien onttrekken ze ‘s nachts veel zuurstof aan het water en komen er ook toxische stoffen vrij.

Zakt het zuurstof waarde tussen 2,5 mg/l en 5 mg/l dan spreken we van een zuurstof dip. Als die van kortstondige duur is dan is dat nog niet echt een probleem. Als dit langdurig is of de zuurstofwaarde zakt verder onder de 2,5 mg/l dan zullen week-, schaal- en schaaldieren sterven. Vissen trachten zich te redden door te vluchten naar zuurstofrijkere zones of naar de oppervlakte te zwemmen om naar lucht te happen.

3.Zoutgehalte

In het Schelde estuarium mengen zoet rivierwater en zout zeewater zich met elkaar op het ritme van de getijden en dat maakt de Schelde zo bijzonder. De Schelde heeft een open monding naar zee waardoor ze onder invloed is van eb en vloed. De getijden kan je tot 160 km landinwaarts en dus ook in de zijrivieren zoals de Durme, de Rupel en de Dijle voelen. Het zoute water van de Noordzee dringt door tot in Temse.

Het zoutgehalte wordt uitgedrukt in PSU. 1PSU is ongeveer gelijk aan 1 gram zout per kilogram water. Op basis van het zoutgehalte is er de volgende indeling.

-kleiner dan 0,5 zoet water

-tussen 0,5-5 licht zout water

-van 5 tot 18 brak (overgang van zoet naar zout) water

-tussen 18-30 sterk brak water

-meer dan 30 zout water

Bij vloed stroomt er zout water van de Noordzee de Schelde in, bij eb schuift het weer op richting zee. Het zoet water afkomstig van regen en grondwater gaat bij regenval richting zee vloeien. En zo is er een constant over en weer geschuif van zoet en zout water. In de winter als het veel regent is een meer afvoer van zoet water naar zee en in de zomer wanneer het minder regent is er meer aanvoer van zout water vanuit de zee. Door de klimaatverandering regent het veel minder dan vroeger, zijn er langdurige droogteperiodes en mede door de stijging van de zeespiegel is het zout water aan een opmars bezig richting binnenland. Zo komt zeevis steeds dieper het binnenland in en dichter bij ons. Momenteel worden er zelfs zee garnalen in de streek rond Bornem gevangen die trouwens van een zeer goede kwaliteit zijn.

Een andere factor die mee speelt is dat door menselijke ingrepen, zoals het rechttrekken, bedijken en verharden van binnendijkse gebieden het zoet water sneller wordt afgevoerd bij eb.

Door deze fenomenen gaat er op termijn een verschuiving zichtbaar zijn van soorten waterdieren en planten in de Schelde.

4.Een voorbeeld van een recente meting

In Lillo ten noorden van Antwerpen en het tweede meetstation in de rij van 9 hebben we de volgende waarden:

– Temperatuur: 10°C OK

– Zuurstofgehalte: 9,5 mg/l OK

– Zoutgehalte: 9,5 PSU OK, is brak water

In Schellebelle in de nabijheid van Gent en het achtste meetstation in de rij van 9 hebben we de volgende waarden:

– Temperatuur:12,1°C OK

– Zuurstofgehalte: 9,1 mg/l OK

– Zoutgehalte: 0,5 PSU OK, is licht zout water

Bron

Life Sparc rapport 03/21