Waarneming van Joppe de Bruyn op 16 januari te Breendonk.
Auteur: Lieve Willaert
Het blijkt te gaan om een dwaalgast.
Dit zijn soorten die in een bepaald gebied slechts enkele keren worden gesignaleerd, zonder dat ze daar een gevestigde populatie hebben.
De ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis) is een algemene meeuwensoort in Noord-Amerika.
Kenmerkend zijn de gele snavel met een zwarte ring en de groene pootjes.
Broeden doet hij in Canada vanaf Newfoundland tot aan de Rocky Mountains.
In de winter trekt hij zuidelijker zelfs tot Mexico.
In maart 1973 werd hij voor de eerste keer gespot in Groot-Brittannië.
Dit had waarschijnlijk te maken met een grote populatietoename in het thuisland.
In 1984 werd hij ook gespot op het Europese vasteland.
De grootte van de totale populatie is in 2018 geschat op 2,5 miljoen vogels en dus is hij niet bedreigd.
Bij ons in België is het toch eerder een zeldzame waarneming.
Voor de niet-vogelaar een meeuw zoals er duizenden zijn, voor de vogelaars één van de icoonsoorten, die men praktisch nooit, of slechts heel zelden te zien krijgt.
De meeste waarnemingen komen in het binnenland voor. Dit komt overeen met het feit dat de soort in Noord-Amerika ook vooral in het binnenland overwintert.
In Breendonk en ook rond het drierivierenpunt worden ze nochtans regelmatig gespot.
Het is pas van 2021 dat de ringsnavelmeeuw frequenter voorkomt. In 2022 waren er 841 waarnemingen.
Zendering van bepaalde exemplaren leerden ons dat dezelfde exemplaren (soms met tussenpauzen van enkele jaren) in de wintermaanden terugkeren naar plaatsen waar ze voedselzekerheid hebben. De regenwormen rond Breendonk weten ze dus te appreciëren.
De meeste waarnemingen gebeuren in het begin van jaar: januari, februari en maart.
In de maand januari van 2024 werden er rond Breendonk een 60-tal prachtige foto’s op waarnemingen gezet van de ringsnavelmeeuw.
Hoogdagen voor de vogelspotters in Klein-Brabant!
Bron: