Wettedadal 9


Plaggen: afschrapen van de bovenste grondlaag om zo de onderliggende zaden bloot te leggen om die dan terug te laten kiemen.

Sommige zaden blijven heel lang kiemkrachtig, tot 90 jaar zelfs. Bvb van de klaproos. 

Als men rond een verlichtingspaal klaprozen opmerkt betekent het dat men eraan gewerkt heeft en misschien een put heeft moeten graven.

Zo heeft men ook al vermiste personen ontdekt die ergens opzettelijk begraven waren maar de klaprozen wezen de weg!

De kruipende boterbloem heeft groeven in de stengel.

Padden trekken soms 2 km ver. Dat komt omdat ze een zomer en winterbiotoop hebben.

Amfibieën, bvb kikkers, trekken nooit verder dan 800m.

De witte klaveren nemen stikstof op en geven nitraten af.

Ze kunnen groeien waar weinig mest of voedsel is.

Als er klaveren in de gazon zitten zal hij optimaal zijn omdat hij kan profiteren van de nitraten gevormd door de klaveren. De omzetting van de stikstof in nitraten gebeurt in de  knopen van de wortels.

Op wilgen vindt men in het voorjaar nogal eens cicaden in schuim: de schuimcicade, (de Britten zeggen “what’s in a name” ) : die scheidt schuim af en wikkelt zich erin zodat predatoren hem niet zien.

Maar zit feitelijk in zijn eigen kaka. Eikes. 

Het lijkt op spuug. Vandaar de naam in de volksmond: koekoeksspuug.

Op een kalkrijk gebied zal men veel planten aantreffen.

De Sint-Jacobsvlinder vindt men op en rond Jacobskruiskruid.

Heeft een lange streep op de bovenrand van de vleugel.

Zie je de witachtige streep?

Jacobskruiskruid is giftig voor vee: ze zullen het instinctmatig laten staan. Gevaar bij het hooien, dan herkennen ze het niet meer en kunnen alsnog sterven. 

Bemerk de zebrarups op jacobskruiskruid: ook giftig want door de blaadjes af te vreten zitten ze vol van het gif jacobine. 

De symbiose van de zebrarups en het jacobskruiskruid heeft een vierjarige cyclus: 

  1. veel planten betekenen veel rupsen want er is eten genoeg
  2. de planten zijn sterk verminderd door vraat en dus minder rupsen
  3. meer planten en dus meer rupsen 
  4. veel planten en veel rupsen

De sint-Jansvlinder heeft rode bolletjes op de vleugels. 

De nachtvlinders vinden mekaar door de reuk. Men schat dat ze 

+/- 1.000.000 keer beter ruiken dan de mens. ( Een hond 1.000 keer beter ). De feromonen worden verspreid door de vrouwtjes en de mannetjes ruiken dat tot op 2km. Ze hebben meestal ook brede antennes voor de ontvangst.

Wat sukkelaars zijn wij toch!

Foto’s: Pixabay, Saxifraga, Freenatureimages.eu, waarvoor sympatieke dank.