Bok zoekt Geit


Auteur: Jan De Bock

Zoals veel de laatste tijd, genoot ik rustig van mijn – digitaal – ontbijt. Wat granola, yoghurt, fruit en koffie voor het maag-darm stelsel, smartphone om het hersenweefsel aan te vullen met wat nieuwe informatie.

Beide activiteiten werden plots onderbroken: wat bewoog daar in de tuin? Het eerder besproken weefsel herkende al snel een ree. Neen, 2 reeën. Ik dacht eerst dat ze opgeschrikt waren door iets of iemand. Maar neen hoor, ze bleven rondjes draaien door onze tuin: de geit achtervolgd door de bok.

Vooraleer ik verder ga, wil ik jullie wel wijzen op de de schrijfwijze van bok. Het is zonder c. En dat is geen spellingfout. Ik zou nooit een verhaaltje schrijven over “geit wordt achtervolgd door de bock”. Noch zonder noch met hoofdletters. Dergelijke verhalen kan je misschien lezen in de sensatieblaadjes, maar niet op de site van de natuurgidsen.

Oké, terug naar ons echte onderwerp. Verbaasd keek ik naar enkele van die rondjes vooraleer ik besefte dat een filmpje misschien wel de moeite zou zijn. Gelukkig liepen ze nog een (klein) passioneel rondje:

Dergelijk gedrag wordt “drijven” genoemd. Het helpt beiden om wat bronstiger te worden. Dat kan best wel een tijdje duren. Maar nadien komen ze meestal wel aan paren toe.

Tijdens het drijven begint de reegeit soms te “fiepen”:

Een leuk weetje is dat het de reegeit is die opzoek gaat naar de reebok. Zij zet de eerste stap. Dan begint het drijven. Opmerkelijk is ook te timing: het paren gebeurt in de periode juli-augustus. Het baren is pas voor maart, ten laatste juli. Die lange periode tussen conceptie en baren geeft een beetje een vertekend beeld: er is een vertraagde innesteling van de vrucht, tot ongeveer december. Dan pas begint de volle ontwikkeling.

Na de bevalling

Ook de eerste drie weken zijn opvallend. Een geit baart meestal 2 kalfjes. Kan ook 1 of 3 zijn. Die kalfjes zoeken zelf onmiddellijk een plekje om te nestelen. Alleen. De moederree laat ze ongeveer 3 weken alleen, en zoekt de kalfjes enkel op om ze te voederen. Dat zogen is altijd zeer kort. De bedoeling is om het kalfje te beschermen van roofdieren. De kleintjes scheiden geen geur af, de volwassen geiten wel. Door minimaal contact in die eerste weken zorgt de geit ervoor dat roofdieren de pasgeborenen niet makkelijk kunnen vinden. Maar ook de geit moet zoeken. Ook hier is “fiepen” belangrijk, maar nu door de reekalfjes:

Belangrijk: in die eerste 3 weken is er nog geen kind-moederbinding. Daardoor komt het soms voor dat een andere reegeit dan de eigen moeder het kalf voedt. En daardoor komt het soms uitzonderlijk voor dat je na die 3 weken een reegeit ziet met 4 kalfjes.

Die solitaire kalfjes lijken voor een toevallige, onwetende voorbijganger een probleem te zijn en bellen dan soms de hulpdiensten. Maar erger is dat ze soms het kalfje aanraken en strelen. Het gevolg is het kalfje nadien verstoten wordt door de andere reeën. En bijgevolg is het kalf een vogel voor de kat.

Reeën in Klein-Brabant

Reeën komen vrij veel voor in Klein-Brabant. Op de heatmap van waarnemingen.be kan je mooi zien waar je ze kan tegenkomen. Zo zie je het Noordelijk Eiland, Polders van Hingene, het Graafschap in Bornem, Fort van Liezele, bos van Lippelo allemaal oplichten.

In Weert worden zo eigenlijk dagelijks gespot. Zoveel dat de Slijkneuzen vergeten dergelijke waarneming op waarnemingen te zetten.

Bronnen