Wandelingen boeiend maken voor kinderen – Deel 1


Enkele tips voor natuurrijke ervaringen

Een coronawandeling met de kinderen is leuk. Kinderen leren graag
en zijn graag actief bezig. Maar toch geven we graag nog enkele tips
om het nog net iets leuker en spannender te maken.

  • Vriendjesboom: Dit kan in een park of een boomgaard. De kinderen worden geblinddoekt en moeten een boom betasten. Ze beschrijven wat ze voelen, ruiken, omarmen hem en geven hem een naam. Daarna neem je de kinderen een eindje weg en doen we de blinddoek af. De kinderen moeten nu op zoek naar hun eigen boom.
  • Laat de kinderen een bosparfum maken. Geef elk kindje een potje en laat ze daarin allerlei kleine dingen stoppen zoals takjes, mos, blaadjes, humus, kruiden, bloempjes enz. Laat ze erop wrijven zodat de geuren vrijkomen. Doe er al dan niet wat water bij. Geef je parfum een naam en kies dan wie de lekkerste parfum maakte.
  • Op reis naar het land van de dwergen. Zoek een klein, veilig parcourtje uit van ongeveer een meter. Dwergjes zijn klein en om ons kunnen in te leven in hun wereldje gaan we kruipen, op de buik of op de knieën, heel traag. Laat de kinderen beschrijven wat die dwergjes allemaal kunnen zien daar beneden, bijv. mieren, gras, een blad, een steen enz.
  • Op geluidenjacht: ga zitten op een bank op de grond of op een boomstronk en geef de kinderen een blad papier. Op het papier zetten ze een kruisje in het midden. Dat is hun positie. Ze luisteren naar geluiden en duiden aan op het papier waar het geluid vandaan kwam. Gebruik afkortingen om aan te duiden wat er werd gehoord: bijv. V-vogel, M-mens, A-auto enz. Herhaal dit in verschillende omgevingen. Als de kinderen hun ogen sluiten, horen ze meer geluiden!
  • Op afstand bestuurbaar: De kinderen worden geblinddoekt. Je spreekt geluiden af bijv. één keer klappen is rechtdoor, twee keer naar links, drie keer naar rechts. Zo begeleid je de kinderen blindelings door een stukje van het parcours.
  • Een verzameling schors: neem papier en wasco mee en laat de kinderen met wasco een afdruk maken van de schors op het papier. Probeer aan de kinderen ook de naam te geven van de boom die bij de schors past.
  • In de huid van iemand anders kruipen: Tijdens het wandelen zie je bijv. een vogel. Je vraagt aan de kinderen als jij een vogel was waar zou jij naar toe vliegen? Of waar zou jij je nest maken? Als jij deze paardenbloem was waar zou jij je zaadjes leggen? Als jij een reetje was, wat zou jij doen als je mensen zag? Enz.
  • Dierenimitaties: Kom je een reiger tegen moet je op één been gaan staan, kom je een slak tegen moet je kruipen als een slak, waggelen als een eend, springen als en kikker enz.
  • Zonder woorden: Wandel 2 minuten zonder iets te zeggen. Stop plotseling en laat de kinderen zonder zich om te draaien vertellen wat ze gezien hebben.