Het dagboek van Slimy – deel 2


Auteur: Lieve Willaert

Opgelet: Dit is een verhaal voor kinderen, voor volwassenen met voldoende fantasie en voor iedereen die op een eenvoudige manier iets wil bijleren over het leven van de Europese paling.

Hebben jullie vorige keer de avonturen van Slimy gelezen? Slimy is een Europese paling of aal. De vorige keer heeft hij verteld over zijn geboorte heel ver weg in de Sargassozee. Een jaar later zat hij ergens midden in de Atlantische oceaan. Benieuwd hoe het verder verloopt met Slimy?

Maart 2003

Beste vrienden, Slimy hier. Ik ben ondertussen drie jaar. Het is al een tijdje geleden dat ik nog iets geschreven heb. Jullie dachten waarschijnlijk dat ik het niet zou redden tot aan de Belgische kust. Wel, dan hadden jullie het mis. Op die drie jaar tijd heb ik ongeveer 6000 km afgereisd. Soms was het heel spannend en avontuurlijk, maar soms ook best saai. Op het ogenblik ben ik nog een paar honderd kilometers verwijderd van jullie kust. Een tijdje geleden is er met mij iets raars gebeurd. Plots begon mijn lichaam helemaal te veranderen. Ik ben nu rond en ik ben zelfs een beetje gekrompen. Niet zo leuk! Ik meet nu 6 cm. Maar ik ben nog altijd heel doorzichtig. Ik begin meer en meer op een echte paling te lijken. Vind je niet? Ik zal jullie eens tonen hoe ik er nu uitzie.

April 2004

Korte nieuwsflits van Slimy.

Ik ben met mijn vrienden de Westerschelde opgezwommen.

We zijn druk op zoek naar zoet water. We ruiken het al maar we hebben het nog niet echt gevonden. Die getijden op Schelde dat is me nogal wat. Ik ben nog jong en nog niet zo sterk. Maar we houden vol!

September 2004

Slimy hier. Hoera het is ons gelukt, we zijn in Bornem. Zojuist zijn we de Kille in Branst binnengezwommen. Het water is hier verrukkelijk en ik ruik hier veel lekker eten.

Wist je dat…

  • Dat de paling een raar beest is. Zelfs Aristoteles de Griekse filosoof had er problemen mee. Hoe goed hij deze gladde, slangachtige vissen ook bestudeerde, hij ontdekte geen geslachtsorganen en geen eieren. „De paling”, zei hij, „is noch mannetje noch vrouwtje en kan niets voortbrengen.” Hij concludeerde: „Palingen stammen uit de zogenoemde ’aarddarmen’, die spontaan in modder en in vochtige grond ontstaan.”
  • Dat vrouwtjespalingen veel dieper landinwaarts trekken, rivier en kreken op.
  • Dat mannetjes palingen dus dichter bij de riviermonding blijven.
  • Dat palingen een zeer sterk ontwikkelde reukzin hebben.

Bronnen