auteur: Lieve Willaert
Vorige week werd hij nog gespot in de Gebuispolder te Ruisbroek. De Europese haas.
Niet zo verwonderlijk want het is rammeltijd. Dit is de gangbare naam voor de paartijd bij de hazen die een piek kent tussen februari en april. De anders solitair levende rammelaars gaan dan op zoek naar een moer. Een groep rammelaars verzamelt zich bij één moerhaas. En ze moeten snel zijn, want tijdens haar cyclus van zes weken is ze slechts één dag enkele uren ontvankelijk. Geen wonder dat dit niet zonder slag of stoot gaat en soms gepaard gaat met agressieve kickboks gevechten tussen de rammelaars. Als de moerhaas niet ontvankelijk is, zal ze de ram met schoppen en slagen op een afstand houden. Als de moerhaas wel ontvankelijk is zal die plotseling wegrennen, waarna ze zal worden achtervolgd door de rammen. Zij is snel en weet de meeste rammen van zich af te schudden. Tot er één overblijft, degene met de beste conditie en die wordt beloond. De copulatie zelf duurt niet langer dan 30 seconden. Dat noemen ze als een haas tewerk gaan.
De moer heeft één tot vier worpen per jaar, en per worp heeft ze twee tot vijf jongen, gemiddeld dus ongeveer tien jongen per jaar. De jongen worden geboren in een vers leger, droog en tegen de wind beschut tussen hoog gras of onder het struikgewas. Het zijn nestvlieders en worden geboren met een wollig vachtje en geopende ogen. De moer zorgt voor de jongen, maar zij laat ze het grootste deel van de dag alleen zodat ze haar geur niet overbrengt op de jongen. Zo worden ze minder snel opgemerkt door roofdieren. De jongen maken al snel een nieuw eigen leger. Als de moer meestal vlak na zonsondergang de jongen wil voeden geeft ze een laag, op een hoorn gelijkend geluid. De jongen verzamelen zich dan, op de plek waar ze geboren zijn, en worden vijf minuten lang gezoogd waarna de moer weer weg gaat. Na een week eten de jongen hun eerste vaste voedsel, meestal gras of jonge planten. Jonge hazen groeien vrij snel en na gemiddeld vier weken zijn ze zelfstandig. Na zes à acht weken zijn de jonge vrouwtjes alweer geslachtsrijp. Begrijpen jullie nu waarom de haas symbool werd van de lente, nieuw leven en vruchtbaarheid.
En dan kom ik bij die ene hazensoort terecht die eieren kan leggen: namelijk de PAASHAAS. En dat is een heel ander verhaal!
Het verhaal van de paashaas heeft een mythologische oorsprong ontstaan bij de Teutonen, een Germaanse stam. Het verhaal werd mondeling door verteld generatie op generatie, en zo ontstonden verschillende versies.
Een eerste versie vertelt hoe een klein meisje een gewond vogeltje vond. Ze bad tot de godin Ostara om hulp. Ostara zag dat het vogeltje ging sterven en veranderde het in een haas. Die haas kwam voortaan één keer per jaar terug zou komen om gekleurde eieren te leggen.
Een tweede versie vertelt het verhaal van Eostre de Germaanse godin van de lente. Eén jaar had die zich verslapen en de lente kwam te laat. Ze zag dat één klein kwetsbaar vogeltje het niet ging redden door de lange koude. Omdat het vogeltje niet meer kon vliegen veranderde Eostre het vogeltje in een haas. Eén dag in het jaar kon die haas eieren leggen, op de feestdag van Godin Eostre. Merk het verband met het Engelse Easter en het Duitse Ostern.
Een derde versie verhaalt over een Germaanse vruchtbaarheidsgodin met de naam Eastra die zichzelf op aarde als haas vertoonde. Met name als de ‘gekke’ maartse haas in het paarseizoen aan het begin van de lente.
In een vierde versie was de paashaas een stoute vogel die zich zo had misdragen dat hij voor straf in een haas werd veranderd. Nu mag hij nog maar één keer per jaar eieren leggen, die hij goed moet verstoppen.
Pas in de 15de eeuw begon men deze mythes op te schrijven en vond men de verhalen terug van de paashaas die eieren legt. In Duitsland ontstond de traditie van kinderen die hun muts in de tuin verstopten waarin de volgend ochtend eieren werden teruggevonden. Eerst waren het gekleurde eieren en later eieren van chocolade en suiker.
Het ei is eveneens een traditioneel symbool voor wedegeboorte. Dit symbool hebben de Christenen gebruikt om de link gelegd met hun paasfeest. Pasen is het feest waar Jezus de dood overwon. Ze zwegen over de heidense paashaas maar er werd het verhaal verzonnen over de gevleugelde klokken die vertrokken op witte donderdag naar Rome en terugkwamen op Pasen helemaal gevuld met paaseieren. In de 19de eeuw werd deze traditie ook in onze contreien bekend. En leuk of niet, er werd alweer een pedagogisch kantje aan verbonden net als bij de goede Sint. Alleen de brave kindjes krijgen de eieren.
Of deze verhalen allemaal kloppen is allesbehalve zeker. Eén ding is wel zeker, zonder al deze verschillende culturen, tradities en geloof zou ons Paasfeest nooit geworden zijn wat het nu is, een gezellig familiefeest met veel chocolade eitjes en paashazen.
Zalig Paasfeest!
Bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Haas_(dier)
https://www.ecopedia.be/dieren/haas
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paashaas
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/04/12/paashaas-en-paaseieren/