Om een overbevolking van planten in een weide tegen te gaan mag men niet bemesten. Er vallen genoeg nitraten uit de lucht om ze te onderhouden.
Zijn er toch te veel planten dan kan men ze armer maken door:
- plaggen: enkele cm afschrapen
- begrazen
- maaien. Het maaisel wel afvoeren want als men het laat liggen bemest men toch
Salamanders zijn oogjagers: ze jagen op ‘t zicht
Alpenwatersalamander, Saxifraga-Kees Marijnissen
De kleine vuurvlinder legt zijn eitjes op schapenzuring.
Saxifraga. Arthur van Dijck
Bramen wijzen op rijke grond.
Reukgras smaakt zoet. Vroeger hadden de boeren somt zo een sprietje tussen de lippen.
Guichelheil behoort tot de familie van de sleutelbloem. Werd vroeger gebruikt in de volksgeneeskunde tegen krankzinnigheid. Moeilijk woordje voor westvlamingen.
Uit wolfsmelk komt een wit giftig sap. Familie van de rubberboom.
De paardachtigen kakken altijd op dezelfde plaats. De zogenaamde “latrines”. Vele dieren laten alles overal vallen.
De distelvlinders trekken ook zoals vele vogels. Ze komen uit Frankrijk, Spanje en Noord Afrika.
Echte kamille heeft een holte in het gele bloemetje.
Koninginnekruid wordt ook wel leverkruid genoemd omdat men het kan gebruiken voor verlichting van de lever.
Wordt ook wel boelkruid genoemd: als het in de tuin groeide betekende het dat er iemand vreemd was gegaan en daar kwam dan ‘boel’ van.
De teunisbloem werd uit Noord Amerika ingevoerd voor de productie van olie. Ze wordt ook “de Parijse hoer” genoemd omdat ze hoofdzakelijk ‘s nachts bloeit voor de nachtvlinders, zoals de nachtdametjes.
Saxifraga. Ab Baas.
Geel walstro werd vroeger gebruikt om de melk te “stremmen”. Dit is een proces waarbij de eiwitdeeltjes in de melk samenklonteren tot “wrongel”. Men kan er daarna bv. kaas van maken.
Saxifraga. Ed Stikfoort
Stikstofrijke grond trekt smeerwortel, kleefkruid en netels aan.
De knobbels op de wortels van zwarte els bevatten veel stikstofbacteriën.
Distelbestrijding: dit is nog een oude wet door Napoleon uitgevaardigd. De distels moesten verwijderd worden omdat die kleine wondjes veroorzaakten aan handen en voeten. En aangezien de hygiëne in die tijd matig was kregen mensen daardoor ontstekingen en tetanus, wat toen dodelijk was aangezien er nog geen vaccin bestond.