Wat zijn blauwalgen?


Auteur: Sonia de Keyzer

Waar komen ze voor?
Ze leven van nature in zoet en zout water, maar in de zomer, vooral bij warm weer en stilstaand water kunnen ze zich enorm snel vermenigvuldigen. Dat zie je vaak als een blauwgroene of groenbruine drab of als vlokken op het wateroppervlak.

Waarom zijn ze een probleem?
Sommige soorten produceren giftige stoffen (toxines). Die kunnen klachten veroorzaken zoals huidirritatie, maag-en darmproblemen of hoofdpijn, bij mensen en bij dieren. Vooral honden die van het water drinken kunnen er ernstig ziek van worden

Hoe herken je ze?
1) Drijflagen of slierten op het water, vaak blauwgroen, maar ook rood of bruin.
2) Het water ziet er olieachtig of erwtensoep achtig uit.
3) Vaak in warme, ondiepe, stilstaande plassen of vijvers.

Er zijn een paar praktische tips om zelf in te schatten of er blauwalgen in het water zitten. Het blijft een beetje lastig om met het blote oog 100% zeker te zijn, maar dit helpt.

Kijk naar het wateroppervlak.
1) Blauwalgen vormen vaak een groene of blauwgroene laag, die lijkt op verf of erwtensoep.
2) Soms zie je vlokken of slierten die langzaam samenklonteren.
3) Een olieachtige, glanzende film op het water kan ook wijzen op blauwalgen.

Ruik eraan.
Blauwalgen kunnen een muf, rottende of visachtig luchtje verspreiden.
Bij grote bloei ruikt het vaak echt heel onaangenaam.

Het stokje-testje.
Roer met een stokje door het water.
Zie je sliertje of “vlokjes”? Vallen de vlokjes of het groen uit elkaar en vormen ze een wolk, kan dat op blauwalg wijzen.

Let op dieren en waterleven.
 1) Dode visjes of eenden aan de waterkant kunnen een teken zijn van zuurstoftekort of giftstoffen
2) Honden die direct na het drinken ziek worden -> extra alarmbel.

Bij twijfel? Niet ingaan.
Ook al ziet het er maar een klein beetje verdacht uit: beter een andere zwemplek kiezen.

Hoe lost men een besmetting op?

Een “blauwalg-besmetting” in een meer of vijver is helaas niet zomaar op te lossen. Blauwalgen zijn hardnekkig en onderdeel van het ecosysteem. Wat men wel doet:

Natuurlijke aanpak (voorkomen en beheersen).

1)Voedselrijkdom beperken: blauwalgen houden van stikstof en fosfaat. Minder mest en riool overstorten in het water = minder groei.
2) Meer doorstroming en zuurstof: Stromend water en zuurstof maken het moeilijk voor blauwalgen om massaal te bloeien.
3) Waterplanten bevorderden: Planten concurreren met blauwalgen om fosfor en nitraat en houden het water helder.

Technische maatregelen.

1) Beluchting: pompen die lucht inbrengen of water laten circuleren om het zuurstofgehalte te verhogen.
2) Mengen: speciale drijvers die de waterlagen door elkaar roeren, zodat blauwalgen niet rustig aan het oppervlak kunnen drijven.
3) Ultrasoon geluid: Sommige beheerders gebruiken geluidsgolven die blauwalgen verstoren, maar dit werkt niet overal.

Chemische aanpak (alleen in noodgevallen).
Soms worden stoffen als waterstofperoxide of kleimineralen ingezet die blauwalgen doden of binden. Dit mag alleen onder strenge regels omdat ook andere waterorganismen schade kunnen oplopen

Men kan een plas niet “schoonmaken” zoals een zwembad. Het blijft natuurwater, dus helemaal vrij van blauwalgen krijgt men het niet