Waarom het madeliefje bloedrode randjes heeft


Bij madeliefjes zie je regelmatig rode randjes op de witte blaadjes. Maar hoe komt dat nu eigenlijk ?

Het madeliefje groeit op zonnige plaatsen waar mensen of dieren lopen, waardoor de begroeiing kort wordt gehouden. Dat noemen we een ‘tredplantje’. Het zijn typische pioniersplantjes, die snel door hogere planten overwoekerd worden en verdwijnen. Het madeliefje is een echte zonliefhebber: het opent zich als de zon schijnt en sluit zich ’s avonds en op zonloze dagen.

Een eerste, iets minder wetenschappelijke verklaring vind je in het volgende verhaal:

Op de weg van niks naar nergens stond een haveloos houten huisje. In dat huisje woonde de dochter van een tovenaar, maar ze leek niet op haar vader en kon niet toveren. Dat deerde haar niet. Ze was een aardige, geduldige vrouw die met zorg en toewijding in haar moestuin werkte en de wol van haar schapen spon voor warme truien die haar man en haar dochtertje voor de kou behoedden. In die lang vervlogen dagen waren er geen winkels vol speelgoed, maar haar dochter verveelde zich geen moment. Ze speelde dagelijks in de moestuin bij haar moeder of in het bos bij haar vader.

Op stormachtige herfstdagen en in gure winterperioden speelde het meisje thuis. In die tijd maakten vaders en moeders zelf speelgoed voor hun kinderen. Op een dag kletterde de regen tegen de ramen en moeder en dochter maakten bloemetjes. Rond een geel hartje plakten ze vele kleine rechte witte bloemblaadjes. Haar moeder maakte met een mesje de smalle bloemblaadjes maar toen ze bijna klaar was schoot het mesje uit en sneed ze zich in haar vinger. Enkele druppels bloed kleurden de bloemrandjes rood. Ze gooide de mislukte bloemetjes weg en begon opnieuw. Het meisje haalde ze later uit de afvalbak en bewaarde die in een doosje onder haar bed.

Al ras bleek dat het meisje de bovenaardse eigenschappen van haar opa had geërfd en ze ontwikkelde zich tot een goede tovenaar. Vele jaren later vond ze haar doosje terug met de bloemen die haar moeder had weggegooid nadat zij zich had gesneden. Ze liep naar buiten en ter nagedachtenis aan haar lieve moeder blies ze leven in de witte bloemen met de rode randjes. De bloemen zouden de mensen opvrolijken en vooral de kinderen plezieren. Zij noemde ze madeliefje, wat ‘lieve moeder’ betekent. Deze witte bloemen hadden het zo naar hun zin, dat ze zich wijd en zijd verspreidden.

Hoe weten we dat onze madeliefjes afstammen van deze toverbloemen? Als je goed kijkt zie je dat ’s morgens als de zon nog niet schijnt, de bloempjes gesloten zijn en dat de uiteinden van de bloemblaadjes aan de bovenste punten roodgekleurd zijn. Als de zon schijnt gaat de bloem open, kijk dan aan de onderkant en je ziet dat ze afkomstig is van de bloem van het meisje.

madeliefje

maar de tweede meer wetenschappelijke verklaring is natuurlijk iet wat anders …

madeliefje

Hij houdt van mij, hij houdt niet van mij…’. Wie heeft er, om hier achter te komen, niet ooit één voor één de blaadjes van een madeliefje afgetrokken?

Het madeliefje of Bellis perrenis wordt ook soms meizoentje genoemd. Het is een vaste plant uit de composietenfamilie. Onderaan de plant staat een wortelrozet en aan het einde van elke stengel staat een bloemhoofdje. Elk bloemhoofdje heeft twee soorten bloempjes. Centraal heb je de gele buisbloempjes met daarrond een krans van witte straalbloempjes.

Bij de buisbloempjes zijn de kroonbladeren vergroeit tot een buis. Ze zijn tweeslachtig en vruchtbaar.

  • a. vruchtbeginsel
  • b. tot buis vergroeide kroon
  • c. helmhokjes
  • d. stijl met stamper

De witte straalbloempjes zijn in feite gereduceerde lintbloempjes waarvan de bloemkroon is vergroeid tot één blad (= een lint) en waarvan de bovenste rand van de bloemkroon uit drie in plaats van vijf tanden bestaat. Deze bloempjes zijn vrouwelijk, soms zelfs geslachtsloos en onvruchtbaar.

Bij het madeliefje kleuren de straalbloempjes aan de onderkomt en aan de toppen roze of rood door anthocyaan.

Anthocyaan is een rode kleurstof die in de cellen van hogere planten voorkomen. Het zorgt onder andere ook voor de rode kleur van herfstbladeren of voor de rode kleur van rode kool maar ook van rode bessen.

Voor de mens is het een natuurlijke kleurstof die zelfs gezondheid bevorderend is.

Het roze verkleuren van de straalbloempjes bij het madeliefje is de voorbode van mooi weer. Als het donker wordt of als het regent sluiten de bloemenhoofdjes zich en gaan ze hangen zodat het stuifmeel beschermd wordt tegen de regen. Als de zon zich weer laat zien, gaan de bloemenhoofdjes weer open. Ze draaien zelfs met de zon mee.

Waarschijnlijk helpt de rode kleurstof bij het openen van de hoofdjes wanneer het zonlicht ‘s morgens door de plant wordt omgezet in warmte. Die rode kleur wordt vooral in de winter en het voorjaar waargenomen bij dan bloeiende hoofdjes. Dus het kleine toverbloempje houdt gewoon van de zon!

Bronnen