Aalscholver: Phalacrocorax carbo
Auteur: Lieve Willaert
De waarneming van de maand koos ik deze keer op basis van deze mooi foto van een koppel aalscholvers. De waarneming werd gedaan door Jan Ledeganck op 17 februari in het Spierbroek te Bornem.
https://waarnemingen.be/observation/207382987/
De aalscholver is een vrij grote (tot 1 m lang en tot 1.5m spanwijdte) watervogel die graag vis eet zoals brasem, baars, voorn, spiering enz. De vis wordt in zijn geheel ingeslikt en verteerd. De onverteerde resten wordt uitgebraakt in de vorm van een braakbal.
Uiterlijke kenmerken
Mannetje en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.
- Lichtgrijze haaksnavel
- Lange hals en lange afgeronde staart
- Zwarte veren met zwarte randje en blauwgroene glans
- Witte oorstreek met gele vlek vlak bij de bek
- Witte dijvlek in de broedtijd.
- In het voorjaar hebben ze soms een prachtige kuif.
- Zwarte poten met zwemvliezen tussen de 4 voortenen.
Gedrag
Een aalscholver kan je vaak bewonderen als hij met open gespreide vleugels op een tak of op een paaltjes zit naast het water. Dit is zijn manier om zijn verenkleed droog te krijgen. Aalscholvers duiken vaak en lang naar vis. Hun verenkleed is hieraan aangepast en is niet vettig en ook niet waterdicht. Tijdens zo’n duik dringt het water diep onder de veren zodat het drijfvermogen vermindert. Zo vermindert ook de opwaartse druk en kan hij veel dieper duiken. Hij wordt letterlijk nat tot op zijn vel. Een nadeel is dat het verenkleed dan minder isoleert. Daarom laat hij het rustig opdrogen in de zon.
Met een slecht functionerende vetklier heeft dit gedrag dus niets te maken.
Nestplaats en broed
Ze broeden graag in kolonieverband dicht bij het water. Ze bouwen hun nest liefst in de hoogte in een boom. Door de vele uitwerpsel sterven de broedbomen vaak af. Als er weinig grondpredatoren zijn durven ze hun nest ook wel eens op de grond tussen het riet te maken. Begin februari worden de eerste nesten reeds bezet. Nestbouw blijft duren tot in juni. Ze hebben één legsel per jaar van drie à vier eieren. Vader en moeder werken samen om hun kroost te verzorgen. De jongen eten het halfverteerde voedsel op van de ouders.
Populatie
Het aantal waargenomen aalscholvers neemt de laatste jaren gestaag toe. Van 224655 in 2010 tot 323616 vorig jaar. Dat is lang niet altijd zo geweest. In het broedseizoen heeft een aalscholver makkelijk wel één kilo vis per dag nodig.
Daarom was deze vogel een niet zo graag geziene gast in de visserijsector en werd die bestreden, waardoor zijn bestand vorige eeuw alarmerend daalde. De slechte waterkwaliteit van onze rivieren versterkte dat effect toen nog. Er kwamen beschermingsmaatregelen zodat de populatie zich herstelde. Sinds 1993 broedt hij opnieuw in Vlaanderen.
Nu gaat men er zelfs van uit dat aalscholvers geen pest zijn voor de visserij. Ze eten vooral grotere vissen van 15 à 20cm, zodat de kleinere vissen meer kansen krijgen en de vispopulatie hierdoor zelfs toeneemt.
Voorkomen in België
De aalscholver broedt in België (bijv. op een eiland in de Oude Schelde te Weert) maar sommige groepen trekken naar het zuiden in de herfst. Anderen blijven hier om te overwinteren.
Dat de aalscholver een watervogel is kan je duidelijk zien op de verspreidingskaart van waarneming. Hun natuurlijk voorkomen laat ons op de kaart ook duidelijk ons rivierennetwerk zien!
Bibliografie
Svensson J, ANWB-vogelgids van Europa, Kosmos, Utrecht, Antwerpen, 2016
https://waarnemingen.be/observation/207382987/
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/aalscholver
Vreemd dat niemand zich afvraagt of aalscholvers dan met koud weer geen longonsteking oplopen, omdat dat voor b.v eenden (vetklier!) wel funest is. Trouwens,voor alle vogels dodelijk.Tot nu toe
nooit iets wetenschappelijk duidelijks over
gelezen