Auteur: Rudi van Duyse
Vlasrootputten zijn stille getuigen van de geschiedenis van de streek. Vlasroten was een arbeidsintensieve nijverheid en vlas werd geteeld voor zijn oliehoudend zaad en sterke vezel.
Met het vlas werd niet alleen linnen gemaakt maar ook allerlei nevenproducten zoals touwen, brandweerslangen, zakken, zeilen of zelfs tenten.
In de Kluisstraat bevind zich een mooie vlasrootput. Rondom het water vallen de elzen op. Die groeien goed op natte grond, maar staan hier niet toevallig. Het vlas werd bij het roten in het water gelegd en bedekt met elzentakken om vervolgens met modder te worden afgedekt. Door het elzenhout kreeg het gerote vlas een mooie blauwe kleur. Vandaar de naam “blauwroten” .
Vlasrootputten waren meestal verbonden met bestaande sloten om zo de waterstand en vooral de afwatering van vuil water na het rootproces beter te regelen.
Nu vandaag de dag zouden Vlasrootputten heel wat planten en dieren herbergen nadat ze lang geleden volledig biologisch dood waren, maar is dat wel zo?
Wij onderzochten de Vlasrootput ‘De Kluys’ in Bornem, biologisch en chemisch, en het resultaat kom je later, in een volgend artikel, te weten.
Vanaf 1800 kwam het katoen op als concurrent voor vlas en na de Tweede Wereldoorlog de kunststofvezel.
Het vlas werd steeds minder gebruikt in het dagelijkse leven. Maar vandaag is er een heropleving van het vlas. Vlas wordt gebruikt in nieuwe, vaak technische toepassingen. De Museeuwbike, een racefiets, uit vlascarbon is een goed voorbeeld. Men kiest ook steeds meer voor vlas omdat het een natuurlijk product is en het productieproces zeer ecologisch verloopt.
Het oudste linnen is bij ons vooral gekend dankzij de Egyptische mummies die gewikkeld waren in linnen doeken, maar ook in Europa is linnen een oud en belangrijk gegeven. Vlas en wol waren immers eeuwenlang de enige Europese grondstoffen voor textiel.
Daarnaast kent het vlas talrijke bijproducten. Van het vlaszaad of lijnzaad wordt lijnolie gemaakt, dat op zijn beurt verwerkt wordt tot verven, vloerzepen en zelfs linoleum.
Het afval van de olieproductie wordt verwerkt in veevoeder.
De vlasnijverheid is in Vlaanderen een uitgesproken landelijke nijverheid. Naargelang de weersomstandigheden zaaien de boeren het vlas in maart of april. In juni komen de velden in bloei. Het blauwe of witte vlasbloempje bloeit slechts één dag. Het is een zeer mooi spektakel als het hele veld in bloei staat. Honderd dagen na het zaaien wordt het vlas geoogst. Bij het slijten van het vlas wordt de plant uit de grond getrokken om een zo lang mogelijke vezel te bekomen.