Auteur: Rudi Van Duyse
Belangrijk om weten is dat zo een compleet onderzoek bestaat uit 3 delen, namelijk de situering, een biologisch en chemisch onderzoek. Zo een onderzoek is een moment opname, wij deden dit onderzoek in de maand mei 2024. Afhankelijk van het moment van het onderzoek kunnen er verschillen optreden. Dus eigenlijk zou er elke maand zo een onderzoek moeten gebeuren en na een jaar het gemiddelde nemen van de 12 onderzoeken die in de loop van het jaar zijn gebeurt en zo krijgen we een nauwkeurig beeld over de waterkwaliteit van deze poel.
Stap 1 is dus het situeren van het gebied rond de poel. Waar is de poel gelegen, wat met de omringende gebieden, hoe diep is de poel, welke planten groeien rond en in het water, welke boomsoorten bevinden zich rond de poel, enz.
Deze analyse geeft ons een eerste beeld en een aanwijzing over de verwachting van de waterkwaliteit al moeten het biologisch en chemisch onderzoek ons een definitief antwoord bieden.
Situering:
-Watertype: Vlasrootput, poel
-Omgeving: landbouwgebied, enkele huizen
-Oever: natuurlijk
-Bedding: modder en zanderig
-Belichting: voor een groot gedeelte overschaduwt
-Afkomst water: grondwater, oppervlakte water en regenwater.
-Geur: geen
-Kleur van water: lichtbruin
-Temperatuur: van het water:19°C en de omgeving 23°C
-Doorzichtigheid: helder tot 35 cm, troebel water
-Bomen rond de poel en in het water: een overwoekering van Zwarte Els, Wilg. Verder nog Vlier, Okkernoot en Mispels.
-Oeverplanten: bijna geen op één Gele Lis en Grote Wederik na.
grote wederik
-Planten in het water: zeer weinig tot geen.
Resultaat:
Uit de situering leiden we af dat we geen al te hoge verwachtingen mogen stellen over het onderwater leven en de water kwaliteit .
– weinig zonlicht door de vele bomen die de poel overschaduwen, dus geeft de waterplanten, al zijn er zelfs heel weinig, niet de kans om aan fotosynthese te doen(is het omzetten van CO2 naar zuurstof)en laat nu het zuurstof gehalte juist een belangrijke factor zijn voor water leven.
-bladverlies gaat er voor zorgen dat er veel verrotting gaat plaatsvinden op de bodem.
-de omliggende akkers met gewassen die worden bemest en komen via afvloeiing in de poel terecht. Afhankelijk van welke meststoffen er worden gebruikt kan dat zeer nadelig zijn voor water kwaliteit.
-weinig oeverplanten, geven bv .sommige libellen de kans niet hun eitjes op die planten af te zetten en daardoor niet voor het nageslacht te kunnen gaan zorgen. De eitjes die worden afgezet komen langzaam in het water terecht en gaan zich verder ontwikkelen. Als ze volwassen zijn kruipen ze langs een stengel van een oeverplant uit het water, ontpoppen zich en vliegen de wijde wereld in.
-ook slecht één gele lis die bekend het water te filteren is aanwezig.
Gele lis
In deel 2 en 3 gaan we verder met het onderzoek en zal blijken of onze verwachtingen juist zijn.
Bron: Rudi Van Duyse en André Van Poeck