Natuurlijk koken: Veldzuring


Ook in de late lente komen we meer dan anders naar buiten, de mooie vrije natuur in. Waarom dan niet het aangename aan het nuttige koppelen en aan de kook gaan met de plantjes die momenteel volop te vinden zijn?

Maar er is een maar….

Alvorens te gaan plukken zijn er enkele regels die je zeker in acht moet nemen:

  1. Pluk zoveel als mogelijk in je tuin of in een veilige omgeving.
  2. Pluk nooit langs een weg waar autoverkeer is. Deze planten bevatten een grote hoeveelheid lood en fijnstof. Ook niet in de omgeving waar landbouwers hun akkers bemesten of besproeien.
  3. Pluk alleen als je zeker bent van de plant die je gaat plukken. Bij twijfel neem dan een foto en zoek het op via waarnemingen.be. Hou het steeds veilig, breng je gezondheid en die van anderen niet in gevaar.
  4. Was en droog de planten steeds grondig alvorens te bereiden.

Veldzuring

Is een vaste plant uit de duizendknoopfamilie. De soort kan 50 cm hoog worden, vaak en met name op zonnige plaatsen zijn veel delen van de plant rood aangelopen.

De plant is tweehuizig wat wil zeggen dan er vrouwelijke en mannelijke planten zijn. Veldzuring is afkomstig uit West-Azië en Europa. Hij wordt door het vee gemeden vanwege het oxaalzuur.

Oxaalzuur en derivaten ervan komen voor in verschillende planten, met name rabarber en klaverzuring. Voedingsmiddelen die aanzienlijke hoeveelheden oxaalzuur bevatten zijn cacaochocolade, de meeste notenbessenbonen en bieten. Ook komt het voor in peterseliespinazie en postelein.

In de klinische chemie wordt oxaalzuur toegepast om het stollen van bloed te voorkomen. Bij de bloedstolling speelt het calcium-ion een sleutelrol. Door het calcium met oxalaat te binden is het niet meer beschikbaar voor de stollingsreactie en blijft het bloed vloeibaar.

Oxaalzuur is een middel ter bestrijding van de varroamijt (Varroa destructor). Deze mijt is zowat de grootste oorzaak van het teloorgaan van de Europese bijen in het wild. Imkers kunnen deze mijten in hun kasten zeer goed behandelen met een mengeling van oxaalzuur, water en suiker. Dit wordt ofwel over de bijen gesprenkeld danwel onderaan in de bijenkast verdampt. Daags nadien kan men op de controleplank onder de kast veel dode mijten terugvinden. Werken met oxaalzuur kan enkel in bepaalde periodes. De winter is een ideale periode aangezien er dan geen broed is en de mijten op de bijen leven. Als de mijten eenmaal in het broed zitten heeft oxaalzuur geen effect meer.

Inhalatie van oxaalzuur kan in verschillende gradaties longschade en irritatie aan de luchtwegen veroorzaken, gekarakteriseerd door branderig gevoel in de keel, kuchen en hoesten. Grote hoeveelheden kunnen verstikking, bewusteloosheid en zelfs dood veroorzaken.

Toch wordt het door mensen gegeten en staat het bekend als ‘zurkel’.

In de keuken worden de blaadjes gebruikt voor salades, soepen, sausen en is een onmisbaar ingrediënt voor Paling in ’t groen.

“Paling in ’t groen” maar eigenlijk staat de “paling ’t rood” wat in een toekomstig artikel zal besproken worden

Ze bevat veel ascorbinezuur en staat steeds in de buurt van brandnetels en heeft de zelfde werking als dovennetel en weegbree bij een brandnetelsteek.

De naam ascorbinezuur is afgeleid van a (niet) en scorbutus, een woord dat verbasterd is tot scheurbuik. Ascorbinezuur is dus een zuur dat scheurbuik voorkomt. Van ascorbinezuur afgeleide zouten worden ascorbaten genoemd.

In de 18e eeuw werd bekend dat met name citroensap een probaat middel was ter voorkoming van scheurbuik. In eerste instantie dacht men dat het zuur van de citroen scheurbuik voorkwam. Geneesheren of kwakzalvers uit die tijd gaven soms azijn tegen scheurbuik, wat niet hielp. Vanaf het einde van de 19e eeuw was men op zoek naar de zogenaamde “antischeurbuikfactor”. Verscheidene soorten fruit en groente werden onderzocht op de mate waarin zij scheurbuik konden voorkomen.[3][4] Inmiddels was ook bekend dat de stoffen die scheurbuik konden voorkomen, reducerende eigenschappen hadden.[5] Sinds 1920 was bekend dat in de bijnieren oxiderende stoffen voorkomen. In 1928 deed Albert Szent-Györgyi onderzoek naar stoffen die deze effecten tegengaan: reducerende stoffen. Daarbij ontdekte hij een stof die hij de naam hexoruninezuur gaf.[6] Szent-Györgyi gaf aan, dat deze stof identiek leek te zijn aan de reducerende stof in citroensap. Deze stof was al langer bekend onder de namen vitamine C en antischeurbuikfactor. Men had toen echter nog geen idee wat de chemische structuur van deze stof was. In 1932 waren het met name Tillmans en Hirsch die aanwijzingen hadden dat de stof van Szent-Györgyi, het hexoruninezuur, weleens vitamine C kon zijn.[7] In 1933 werd bekend dat de stof van Szent-Györgyi identiek bleek te zijn aan vitamine C/antischeurbuikfactor,[8] en de naam hexoruninezuur werd vervangen door ascorbinezuur.[9]

De Amerikaanse arts Frederick R. Klenner heeft medio 20e eeuw gepropageerd vitamine C als geneesmiddel bij vele ziekten toe te passen door de dosis sterk te verhogen. Tientallen grammen vitamine C per dag toedienen door middel van injecties was geen uitzondering. Er is echter nimmer aangetoond dat hierdoor de kans op bijvoorbeeld verkoudheden of andere virale infecties zou dalen. De onderzoeken van Klenner voldeden niet aan de eisen van de modern methodologisch onderzoek (dubbelblind gerandomiseerd onderzoek met controlegroep).

Bovenstaande is overgenomen uit wikipedia

Veldzuring pannenkoekjes

Benodigdheden
  • 500 g bloem
  • ½ l water
  • 1 l melk
  • Een mespuntje zout
  • Snuifje peper
  • 30 g boter of olie
  • 100 g veldzuringblaadjes
  • 250g kaas
  • 5 el fijn gesnipperde bieslook
Bereiding
  • Was de zuringblaadjes en laat ze 2 tot 3 minuten blancheren. Ze zijn dan zacht en vallen bijna uit elkaar.
  • Doe de bloem, het ei, melk ,water en zout in een kom. Meng alles en laat wellen( = dik worden).
  • Voeg de zuring toe en mix het deeg fijn.
  • Doe een klontje boter in de pan en bak goudgele pannenkoekjes. Serveer ze met de kaas, gemengd met bieslook en peper

Klik hier om meer te weten te komen over Veldzuring