Kokerjuffers rare beestjes


auteur : Rudi Van Duyse

Op de foto zien we een kokerjuffertje uit het Hof van Coolhem

Ze leven onder het wateroppervlak en zijn van op de oever moeilijk zichtbaar, maar toch, bij helder water kan je ze zien. Ze behoren tot de categorie van de ongewervelden.

Ze zijn in poelen en vijvers aanwezig als de kwaliteit van het water goed is. Men kan namelijk aan de hand van welke ongewervelde diertjes er zich in het water bevinden bepalen hoe het met waterkwaliteit is gesteld.

Ze zijn soms absoluut niet te onderscheiden van takjes of bladeren, zo goed zijn hun vorm, kleur en gedrag daarbij aangepast. Het zijn als kleine takjes, die over de bodem van een poel kruipen.

Film opgenomen in Hof van Coolhem

Als je goed kijkt zie je aan de voorkant een klein soort rupsenkopje en een paar pootjes zitten.

Het huisje van dit dier dat ze trouwens zelf maken bestaat uit materiaal dat in de poel te vinden is.

Het zijn de larven van vliegende insecten, schietmotten. Ze hebben niets gemeen met vliegen of muggen, maar zijn meer verwant aan vlinders. Er zijn meer dan 900 soorten bekend, waarvan er ruim 300 in Europa voorkomen.

Bepalen welke soort het is, kan enkel alleen met zekerheid gedaan worden aan de hand van de bouwwijze van de kokers en kan maar alleen als ze werkelijk een koker bezitten, want er is een grote groep larven die geen koker maakt.

Het dier kan zich volledig in de koker verstoppen als er gevaar dreigt.

Om hun koker te maken starten ze met spinnen van de kokerbasis. Hun spinklier is goed ontwikkeld en de larve scheidt hiermee een stof af die in water snel verhardt, maar wel elastisch blijft. Met de poten en de mond maakt ze hier het begin van de koker mee, zodat zo snel mogelijk haar weke lijf beschermd is. Ze bouwt de koker steeds verder uit en dat moet wel want het dier wordt steeds groter.

Het materiaal waarvan de koker gebouwd wordt, kan heel uiteenlopend zijn: stukjes riet, bladstukjes zoals in bijgevoegd filmpje, dennennaalden, zandkorrels, stukjes tak, mosselschelpjes, enz.

Deze insecten zijn planteneters en zijn dus opruimers in de poel.

Ze vervellen ook regelmatig en na 5 of 6 keer vervelt te zijn gaat de volgroeide larve zich ontpoppen. Het verpoppen duurt ongeveer twee à drie weken.  De pop klimt of zwemt naar boven en eens boven water scheurt de pop huid open en komt de schietmot tevoorschijn. Ze lijkt op een kleine vlindermot.

De schietmot

Overdag houden ze zich schuil en tegen de avondschemering fladderen ze rond.

De paring gebeurt op de grond en moet snel gaan want de vliegtijd is slechts 8 dagen. Ze laten hun eieren in het water vallen of plakken ze vast aan grasstengels die boven het water hangen. Als het dan regent worden de jonge larven in het water gespoeld.

En dan begint het verhaaltje opnieuw.

Bron: Nederlandse Bond Aqua Terra