Inheems versus uitheems


Auteur: Willaert Lieve

Inheemse soorten zijn al lange tijd hier aanwezig. Na de laatste ijstijd kwamen ze vanuit het zuiden terug naar onze streken.

Ik denk hier bijvoorbeeld aan zomereik, beuk  maar ook aan brandnetel, braam en bijvoorbeeld de haas of de egel .

Ze hebben zich hier verder geëvolueerd en zijn aangepast  aan de lokale omstandigheden. Ze spelen een cruciale rol in het ecosysteem, omdat ze vaak complexe interacties hebben met andere inheemse soorten.

Uitheemse soorten of exoten zijn hier terecht gekomen dankzij de mens.

Bij uitheemse soorten maakt men dan nog een onderscheidt tussen ingeburgerd en niet ingeburgerd.

Ingeburgerd soorten doen het hier goed en maken deel uit van onze flora en fauna

Bij de ingeburgerde soorten maakt men weer nog een onderscheid tussen  de archeofyten en de neofyten

Archeofyten zijn hier al van voor 1500, vaak al meegebracht door de Romeinen  vb. tamme kastanje, mispel, noot.

tamme kastanje

Neofyten kwamen hier terecht na 1500 vb. paardenkastanje, robinia, Amerikaanse vogelkers. Kastelen en abdijen hier hadden immers graag iets speciaal in hun tuin staan. Waarom 1500? Dit is de periode van de grote ontdekkingsreizen .

paardenkastanje

Niet ingeburgerde soorten overleven niet zelfstandig in de natuur. Het zijn gedomesticeerde soorten die vaak heel belangrijk zijn als landbouwgewassen.

Waarom verkiest men inheemse soorten ?  

Inheemse plantte zijn meestal interessant voor de biodiversiteit omdat die in het verleden al nauwe relaties hebben opgebouwd en beter samenleven met andere planten en dier 

Vb. zomereik versus Amerikaanse eik.

Een zomereik kan je een miniatuurstad noemen. Deze trekt meer dan 450 verschillende insectensoorten aan . Deze trekken dan vogels aan . Maar ook roofvogels en zoogdieren zoals eekhoorns, muizen voelen zich thuis bij de zomereik .

Een Amerikaanse eik is dan te vergelijken met een dorp. Die wordt bezocht door een 15 tal insecten  en heeft dus een veel kleinere biodiversiteit .

Men spreekt ook van invasieve exoten bijv. de japanse duizendknoop, reuzenbalsemien.  Deze hebben vaak nog geen natuurlijke vijanden of plaagziektes van hier bij ons en kunnen zich bijzonder snel  verspreiden

Soms kunnen invasieve exoten ernstige gevolgen hebben voor de biodiversiteit en de werking van ecosystemen. Ze kunnen inheemse soorten beconcurreren, vreemde ziekten en plagen overdragen en de structuur en functie van ecosystemen veranderen. Dit kan leiden tot het verlies van inheemse soorten en een afname van de biodiversiteit.

Als laatste nog iets over klimaatschuivers. Klimaatschuivers zijn planten en dieren die onder invloed van opwarming van de aarde migreren van zuid naar noord en zo bij ons terecht komen, bijv. soorten zoals de eikenprocessierups, de bidsprinkhaan of de tijgerspin. Het zijn dus eigenlijk geen exoten want ze zijn zelfstandig en zonder directe hulp van de mens naar onze streken opgerukt als gevolg van de klimaatsopwarming .