Impact van oorlog op onze natuur.


Auteur: Sonia de Keyzer

In november herdachten we in België het einde van de Eerste Wereldoorlog. Tijd om even stil te staan bij de impact die zo’n periode van vernieling kan hebben op de natuur om ons heen.

In dagboeken die dateren uit die periode kan je nalezen hoe de natuur in de frontstreek bijna volledig verwoest werd. Bominslagen vernietigden het landschap en granaten liquideerden bomen. Volledige bossen werden gekapt om een beter zicht te krijgen op de vijand. Het hout werd tijdens de oorlog gebruikt als kostbare brandstof of om de loopgraven mee te stutten.

Het hoeft niet te verbazen dat tijden van oorlog nefast waren voor de fauna en flora.

Maar de natuur is veerkrachtig en past zich aan. Het herstel gaat vaak erg snel en soms verschijnen zeldzame soorten die floreren in de nieuwgevormde habitats. Op die manier kan de natuur symbool staan voor de wederopbouw en de hoop.

De klaproos als symbool voor de Eerste Wereldoorlog.

Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de klaproos, die nog steeds symbool staat voor het mooie dat kan groeien na een complete verwoesting.

Omdat de bloedrode bloemen destijds verschenen op de slagvelden, dacht men dat ze daar groeiden omdat daar mensen waren gesneuveld. De rode kleur zou dan afkomstig zijn van het bloed van deze soldaten. Dat is natuurlijk een mythe, maar dat klaprozen op slagvelden groeiden is niet toevallig. Het is een typische pioniersplant, die als eerste verschijnt op schrale gronden. De zaden kunnen jarenlang overleven in de bodem en als eersten ontkiemen wanneer bijvoorbeeld een granaat het landschap omwoelt.

Vleermuizen overwinteren in forten en bunkers.

Tijdens de oorlogen vervulden forten en bunkers een belangrijke historische rol. Vandaag de dag zijn het trekpleisters voor vleermuizen, die er ideale omstandigheden vinden om hun winterslaap te houden.

De fortengordels in Antwerpen vormen zelfs één van de belangrijkste vleermuizenhotels van West-Europa.

Het is er erg vochtig, er heerst een constante temperatuur, het vriest er nooit en er is nauwelijks verstoring.

De inktviszwam kwam mee met de Australische troepen.

Deze zwam ziet er wat exotisch uit, met zijn felle kleuren en lange ‘tentakels’. Zijn geur is minder exotisch, als lid van de stinkzwamfamilie maakt hij zijn naam waar met een rotte kadavergeur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen sporen van deze oorspronkelijk Australische paddenstoel in Europa terecht. 

De laatste jaren (vermoedelijk door de klimaatopwarming) duikt hij steeds vaker op in België.

Bomkraters bieden thuis aan kamsalamanders.

De kamsalamander is met zijn 17 cm lengte de grootste van onze watersalamanders. Hij is zeldzaam in België en wordt bestempeld als ‘kwetsbaar’ op de rode lijst.

Het liefst vertoeft hij in gebieden met een gezonde afwisseling van diepe poelen, dicht struikgewas en open bos. De grootste populatie bevindt zich in het Hasseltse natuurgebied Tommelen., waar ze genieten van de aanwezigheid van 110 poelen. Deze zijn ontstaan door bombardementen op het station tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bron:https://www.onzenatuur.be/artikel/impact-van-oorlog-op-onze-natuur