De vroege ochtend in de lente is de periode van de vogelzang. Geen mens kan een even mooie symfonie bedenken.
Foto: Zanglijster in abdijpark
Auteur: Lieve Willaert
Vogelzang is de manier van communicatie voor vogels. Het is niet echt zingen, want vogels hebben geen strottenhoofd. Het is ook niet fluiten, want vogels hebben geen lippen zoals de mens. Toch zingt iedere vogel zoals hij gebekt is. De snavel speelt dus wel een rol.
Maar het echte spraakorgaan van de vogel is de syrinx.
De syrinx bevindt zich waar de luchtpijp zich vertakt tussen de 2 bronchiën.
De syrinx bestaat uit een membraam en spieren. De spieren verbinden het membraam met de kraakbeenringen van de luchtpijp. Via de ademhaling kan de vogel het membraam doen trillen en de luchtpijp dient dan als klankbord.
- Hoe meer spieren, hoe beter de zang.
- De lengte van de luchtpijp bepaalt de diepte van de toon.
- De dikte van het membraam en snelheid van ademhalen spelen ook een rol.
- De spanning op het membraam wordt geregeld door de spieren en zo worden verschillende geluiden geproduceerd.
Zangvogels hebben meestal een dubbele syrinx en meer spieren rond de syrinx dan niet-zangvogels.
Ze kunnen enorm variëren wat betreft ritme, toonhoogte en timbre.
Bij sommige zangvogels kan de syrinx zelfs meerdere verschillende geluiden tegelijkertijd produceren. Wat een kunst!
Andere vogels kunnen minder mooi zingen en houden het bij eenvoudig piepen of krassen.
Sommige vogels zijn meesters in het na-apen. Papegaaien kunnen moeiteloos menselijke woorden nabootsen.
Het zijn vooral de mannetjes die goed kunnen zingen. En goed kunnen zingen heeft zo zijn voordelen. Vooral in de lente laten vogels van zich horen. Ze laten horen dat ze zich willen voortplanten. Het mannetje dat lang en mooi kan zingen vindt snel een partner en kan steevast zijn genen doorgeven.
Nog een voordeel: wie het beste kan zingen kan ook beter zijn territorium verdedigen . En een groot territorium betekent meer voedsel voor de kleintjes. Dus met zijn zang wil de vogel ook zeggen: hier ben ik de baas , dus ga weg indringer.
En wat met de vrouwtjes dan bij de zangvogels? Die zingen ook maar wel veel minder en uitbundiger. Soms zingen ze al eens een duetje met hun mannetje of zingen ze om contact te houden met de partner om de broed te coördineren.
Een uitzondering hierop is de roodborst. Zowel mannetje als de vrouwtje roodborst zingen uit volle borst. Ze zingen in de lente, maar ook nog eens uitbundig in de herfst als roodborstjes uit het noorden naar hier afzakken. Dan is het alle hens aan dek om het territorium te verdedigen en dat krijgen ook wij te horen .
Het produceren van eenvoudige klanken is bij vogels net als bij de mens aangeboren. Zoals de mens leert praten moeten vogels ook leren zingen. Vogelzang is dus deels aangeboren maar wordt ook aangeleerd en overgedragen van generatie op generatie.
Maar de meeste vrouwtjes kunnen niet zo goed zingen en de meeste mannetjes zijn veel weg. Jonge vogels pikken de zang dan ook vooral op van soortgenoten.
Het leren vindt vooral in het eerste broedseizoen plaats . Bij een vink kan je dat mooi volgen . De zang van de vink bestaat uit een reeks dalende tonen gevolgd door een opwippende uithaal , de vinkenslag.
De dalende toon zingen de jonge vogels als snel in de lente en is aangeboren.
De vinkenslag hoort hij van de andere mannetjes in de buurt en wordt aangeleerd.
Maar foutjes zijn snel gemaakt en zo ontstaan er ook bij vogels dialecten.
Zo ontstond er zelfs een Vlaamse vinkenslag die eindigt op -wiet en een Waals die eindigt op -eeuw .
Behalve de vogelzang dat vooral te maken heeft met voortplanting en territorium, is er ook nog de vogelroep.
Roepjes zijn kort maar krachtig en veel minder melodieus maar ook een belangrijke manier van communiceren.
- Een alarmroep verwittigt de groep voor gevaar.
- Een bedelroep vertelt de ouders dat jongen hongerig zijn.
- Een contactroep ondersteunt het groepsgevoel.
Na de broedtijd stoppen de meeste vogels met zingen. Het trekt dan toch alleen maar de aandacht van mogelijke predators. Dus naar de zomer toe wordt het veel stiller in het vogelland.
Om te eindigen nog een verhaaltje:
Syrinx is de Griekse benaming voor panfluit. Ooit was er een nimf met de naam Syrinx.
De Griekse god Pan had zijn oog laten vallen op haar. Maar dit was niet naar haar zin.
Ze vluchtte weg en aan de oever van een rivier veranderde ze zichzelf in riet. Pan werd boos en sneed het riet af.
Hij maakte van al de holle pijpjes met verschillende lengtes een veelzijdig en gevarieerd muziekinstrument dat hij de syrinx of panfluit noemde. Geïnspireerd door de veelzijdigheid van het instrument kreeg later het zangorgaan van de vogels dezelfde naam.
Bronnen:
Wesseling M., Waarom heeft een vogel geen tanden ? , Vogelbescherming Nederland,
Uitgeverij Luitingh- Sijthoff Amsterdam,2020
https://www.onzenatuur.be/artikel/spreken-vogels-overal-dezelfde-taal
https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2014/03/vrouwtjesvogels-zingen-veel-vaker-dan-gedacht
https://www.dannyroels.be/wat-is-dat-eigenlijk-de-syrinx/