Reebokkengevecht


Auteur: Jan De Bock

Heel recent waren ze tenhuize Cille getuige van een reebokkengevecht. Ze konden het voor ons vastleggen zodat we ook kunnen genieten.

Waarom vechten reebokken?

dode spork na krabben door reebok (Voorderweert)

Bokken markeren al vroeg in het voorjaar hun territorium door te krabben met de voorlopers van hun gewei of door heftig met hun gewei langs takken en jonge boompjes te slaan. Je kan dat duidelijk waarnemen in deze territoria. Soms gaan de jong boompjes er aan ten onder. Ze brengen daarbij ook geurstoffen uit de voorhoofdsklier op de planten aan .

Maar soms merken de andere reebokken die territoriumafbakeningen niet op. Of ze negeren ze gewoon. Als twee reebokken van gelijke rang elkaar tegenkomen zien het volgende: Ze zekeren, lijken elkaar te bestuderen, en lopen langzaam op elkaar toe. Op een tiental meters van elkaar verwijderd zekeren ze opnieuw. Daarna gaan ze of uit elkaar of gaan over tot imponeren en bedreigen. Bij de imponerende houding wordt de hals recht naar boven gehouden en de kop iets opzij gedraaid.

Bij het dreigen krabben ze met hun lopers., houden ze de kop laag en richten ze het gewei naar de tegenstander. Deze dreighouding kan overgaan in stotende bewegingen in de richting van de ander, zonder dat deze geraakt wordt.

Komt het echt tot een vechtpartij, dan stappen de bokken op elkaar toe en stoten ze met geweien tegen elkaar. Ze duwen elkaar dan heen en weer. Als voor hen duidelijk is wie de sterkste is staken ze de vechtpartij. De verliezer toont een onderdanige houding waarbij hij de kop laag houdt met de oren naar voren waarna hij niet veel later vlucht. Soms nagejaagd door de rivaal.

Tot ernstige verwondingen komt het niet vaak. Toch kan de dood het gevolg zijn. Vaak is dan de vorm van het gewei en/of de positie ten opzichte van elkaar de oorzaak van de dodelijke verwondingen.

In zeer zeldzame gevallen raken de geweien in elkaar verstrikt. Waardoor de reebokken in een situatie kunnen raken waarbij ze verongelukken.

In Achterweert kwam het gelukkig zo ver niet, ze zijn beiden op de vlucht geslagen.

Bron: